Ergonomische richtlijnen

Denk aan uw werkstation als u deze lijst met algemene ergonomische richtlijnen leest om verbeterpunten wat betreft houding, plaatsing van onderdelen of werkomgeving te bepalen.

  • Neem van tijd tot tijd een andere houding aan en pauzeer regelmatig.

  • Pas uw werkplek aan op uw behoeften en op het project waaraan u werkt.

    • Stel een goed bereik in door te bepalen waar onderdelen en gereedschap moeten worden geplaatst om statische belasting te voorkomen.

    • Gebruik op uw werkplek tafels en stoelen die geschikt zijn voor het project waar u aan werkt.

  • Werk niet boven schouderniveau en werk niet constant in dezelfde houding.

    • Verminder de belasting van statische spieren bij werken boven schouderhoogte door het gewicht van het gereedschap te verlagen, bijvoorbeeld met behulp van koppelarmen, slanghaspels of gewichtsbalansen. U kunt de statische belasting van de schouderspieren ook verminderen door het gereedschap dichtbij uw lichaam te houden.

    • Neem regelmatig pauze.

    • Draai uw armen of polsen niet in een extreme houding, met name wanneer u werkzaamheden uitvoert die enige kracht vergen.

  • Zorg voor een goed zichtveld dat minimale oog- en hoofdbewegingen vereist.

  • Zorg voor goed licht tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.

  • Selecteer het juiste gereedschap voor de werkzaamheden.

  • Gebruik gehoorbeschermingsmiddelen in lawaaiige omgevingen.

  • Gebruik hoogwaardige inzetstukken en verbruiksartikelen om blootstelling aan excessieve trillingen tot een minimum te beperken.

  • Minimaliseer de blootstelling aan reactiekracht.

    • Tijdens het snijden:

      Een snijwiel kan vast komen te zitten als het wiel verbogen is of niet goed geleid wordt. Gebruik de juiste flens voor snijwiel en vermijd buigen van het snijwiel tijdens gebruik.

    • Tijdens het boren:

      De boor kan stoppen als de boorkop door het materiaal gaat. Gebruik ondersteuningshandgrepen als het stilstandkoppel te hoog is. De veiligheidsnorm ISO11148 deel 3 beveelt aan dat een apparaat een koppelreactie boven 10 Nm absorbeert voor gereedschappen met pistoolhandgreep en boven 4 Nm voor rechte gereedschappen.

    • Als direct aangedreven schroevendraaiers of moeraanzetters worden gebruikt:

      De reactiekracht is afhankelijk van de instellingen van het gereedschap en de eigenschappen van de verbinding. Kracht en houding bepalen de hoeveelheid reactiekracht die een gebruiker kan verdragen. Pas de koppelinstelling aan op de kracht en het postuur van de bediener en gebruik een koppelsteun of een reactiebalk als het koppel te hoog is.

  • Gebruik in stoffige omgevingen een stofafzuiging of draag een mondbeschermingsmasker.